Voorbereiding: de mungbonen week je minstens 2 uur in water (een nacht of dag vind ik zelf het fijnst). Spoel de mungbonen af in een zeef en doe ze in een grote pan met ruim water en een ½ tl natuurazijn.
Schil en snijd alle groenten in het juiste formaat. Dit is het meeste werk.
Verhit de kokosolie of ghee in een pan met dikke bodem (bijvoorbeeld een gietijzeren pan). Voeg de komijn- en mosterdzaadjes toe en bak 1 minuut. Vervolgens voeg je de knoflook, gember, wortel, courgette en pastinaak toe. Bak dit een paar minuten op medium tot laag vuur. Voeg tot slot het koriander-, komijnpoeder en kurkuma toe en bak dit even mee. Voeg tot slot de ½ tl natuurazijn toe en meng door.
Spoel de mungbonen af nadat je ze geweekt hebt en voeg deze samen met de rijst toe aan de pan. Voeg het bouillonpoeder (of blokje) samen met het water toe tot het circa een centimeter onder water staat. Na zo’n 20 minuten is de Kitchari gaar (afhankelijk hoe lang de mungbonen geweekt zijn). Voeg indien nodig water toe en controleer of bonen en rijst gaar zijn.
Je kunt de dikte van de Kitchari naar eigen smaak bepalen, zelf vind ik het heerlijk als hij lekker dik is, maar hij wordt ook vaak geserveerd als soep en dan is hij enigszins dun. Hier kun je dus zelf mee spelen door meer of minder water toe te voegen.
Tot slot pureer je ongeveer de helft van het mengsel met een staafmixer. Dit kun je gewoon in de pan doen.
Breng eventueel op smaak met extra kruiden en peper.
Serveer warm en eventueel met een schep kokosyoghurt, verse koriander, cashewnootjes en zwart sesamzaad.